Inloggen
De software van de machine ondersteunt het instellen van verschillende gebruikersaccounts met verschillende rechten om een gedifferentieerde toegangscontrole te waarborgen. Het inloggen op de machine gebeurt door het invoeren van gebruikers- of machinespecifieke gebruikersnamen en wachtwoorden.
Jag-Node Systeem
Wanneer de software of Human-Machine Interface (HMI) is verbonden met een Jag-Node systeem, wordt het gebruikersbeheer centraal via dit systeem geregeld. Dit betekent:
- Gebruikersaanmelding: De authenticatie van gebruikers verloopt via het Jag-Node systeem.
- Rechtenbeheer: De toewijzing en het beheer van gebruikersrechten worden ook via het Jag-Node systeem afgehandeld.
Stand-Alone Software/HMI
Bij gebruik van de software of HMI als stand-alone systeem worden de gebruikersgegevens en hun rechten lokaal op het apparaat opgeslagen. Standaard bevat de software/HMI twee voorgedefinieerde gebruikersaccounts:
Standaardgebruiker: - Gebruikersnaam: Nutzer - Wachtwoord: 1234 - Dit account heeft basisrechten voor algemeen gebruik van de machine.
Supervisorgebruiker: - Gebruikersnaam: Service - Wachtwoord: 4711 - Het supervisoraccount heeft uitgebreide rechten voor onderhouds- en servicetaken.
INFO
Gebruikers hebben de mogelijkheid om de vooraf ingestelde gebruikersnamen en wachtwoorden naar wens te wijzigen om de beveiliging en personalisatie van het systeem te verbeteren. Het wordt aanbevolen om sterke wachtwoorden te kiezen om ongeautoriseerde toegang tot de machine te voorkomen.

De authenticatie en toegang tot het systeem gebeurt ofwel door het invoeren van gebruikersnaam en wachtwoord, of indien beschikbaar, door het gebruik van een toegangskaart. Volg de onderstaande stappen om succesvol in te loggen:
Inloggen met gebruikersnaam en wachtwoord
- Gebruikersnaam invoeren: Voer uw gebruikersnaam in het daarvoor bestemde veld in.
- Wachtwoord invoeren: Voer uw wachtwoord in het daarvoor bestemde veld in.
- Invoer controleren: Zorg ervoor dat gebruikersnaam en wachtwoord correct zijn ingevoerd.
- Inloggen uitvoeren: Klik op de knop "Inloggen" of druk op de Enter-toets op uw toetsenbord.
Inloggen met toegangskaart (Optioneel)
- Kaartlezer controleren: Verzeker u ervan dat uw apparaat is uitgerust met een werkende kaartlezer, indien deze optie is geactiveerd.
- Toegangskaart voorbereiden: Houd uw toegangskaart gereed.
- Kaart inlezen: Leg de toegangskaart op de kaartlezer.
- Automatische herkenning: Het systeem herkent de kaart automatisch en voert het inlogproces uit.
Authenticatie
Na het invoeren van uw inloggegevens (gebruikersnaam en wachtwoord) of het plaatsen van de toegangskaart controleert het systeem uw rechten om de authenticiteit te bevestigen.
Succesvol inloggen
Bij correcte inloggegevens krijgt u toegang tot het programma en wordt u doorgestuurd naar de hoofdgebruikersinterface.
Foutieve aanmelding
Als er problemen optreden bij het inloggen:
- Foutmelding: Bij incorrecte inloggegevens ontvangt u een melding.
- Gegevenscontrole: Controleer de invoer van gebruikersnaam en wachtwoord opnieuw.
- Toegangskaart positie: Controleer de juiste plaatsing van de toegangskaart op de kaartlezer.
- Verdere ondersteuning: Bij aanhoudende inlogproblemen, neem contact op met de beheerder of technische ondersteuning voor verdere hulp.